Je kunt nu ...
BB/KB
Spreken
1. Je kent nu Engelse woorden die te maken hebben met duurzaamheid. 2. Je weet hoe je een script maakt voor een filmpje. 3. Je kunt nu een korte tekst voorlezen en opnemen. Schrijven 1. Je kunt een tekst schrijven vanuit een planning. 2. Je kunt kort je mening geven over een thema. |
GL
Spreken
1. Je kent nu Engelse woorden die te maken hebben met duurzaamheid. 2. Je weet hoe je een script maakt voor een filmpje. 3. Je kunt nu een korte ingestudeerde presentatie geven. 4. Je kunt nu een vergelijking maken tussen positieve en negatieve gevolgen. Schrijven 1. Je kunt nu je mening geven over positieve of negatieve effecten van een probleem. 2. Je kunt nu kort activiteiten en persoonlijke ervaringen beschrijven. |